Nederlandse banken lijken deur liever dicht te houden voor fondsen onder light-regime
Auteur: Lenneke Arts (Investment Officer)
Vanuit de sector klinkt de klacht dat beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen onder het light-regime al jaren amper een rekening geopend krijgen bij de Nederlandse grootbanken. Navraag bij de banken leert dat het blijkbaar lastig vast te stellen ‘wie er eigenlijk over gaat’.
In oktober en november benaderde Investment Officer ABN Amro, ING en Rabobank met de vraag of zij al dan niet rekeningen verstrekken aan beheerders onder het AIFMD-light-regime. Één van de banken had een maand nodig om daar antwoord op te geven, een tweede anderhalve maand, en een derde reageerde helemaal niet.
Reden om vooral af te moeten gaan op het geluid vanuit de fondsbeheerders. Grofweg de helft van de fondsen onder het AIFMD-light-regime (hierna: light-fondsen) krijgt een rekening van de Nederlandse banken, schat oprichter Tom Straver van fondsadministrateur AssetCare in. Reinier Schipper, die vanuit Projective Group fondsbeheerders ondersteunt bij de voorbereidingen van de AIFMD-registratieaanvraag en de AIFMDvergunningsaanvraag, zegt dat het maanden duurt om een rekening te krijgen.
Betrouwbaarheid aantonen
Alternatieve beleggingsfondsen staan sinds 2014 onder toezicht via de Alternative Investment Fund Managers Directive (AIFMD). ‘Kleine’ beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen vallen niet onder de richtlijn, mits het totaal beheerd vermogen kleiner is dan 100 miljoen euro (open end) óf 500 miljoen euro (closed end). Verder moet de deelname minimaal 100.000 euro per investeerder zijn, of de aanbieder moet het aanbod beperken tot maximaal 149 beleggers.
Beide groepen hebben dezelfde verplichtingen omtrent de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en de Sanctiewet. Maar een verschil tussen AIFMD-beheerders en beheerders onder het zogenaamde “light-regime” is dat de eerste groep onder breder toezicht staat door de AFM.
Volgens Helene Erftemeijer, sector coördinator AML/CFT bij de Nederlandse Vereniging van Banken, ligt daar een verschil in de aanpak van een rekeningaanvraag van een light-fonds en die van een vergunninghouder. Een vergunninghouder staat onder toezicht van de AFM en dat brengt een stukje risico-verlaging met zich mee door de onafhankelijke controle door de toezichthouder, zegt ze. ‘Als een partij onder het light-regime valt, dan moet een bank zich er op een andere manier van vergewissen dat een partij geen risico’s op witwassen of terrorismefinanciering met zich meebrengt. Daardoor kan de onboarding langer duren of het openen van een rekening bemoeilijkt worden.’
Op voorhand ‘nee’?
Zonder die eerste “kwaliteitscheck” die een light-fonds mist door het ontbreken van een AIFMD-vergunning, zijn banken dus aangewezen op andere risicomitigerende maatregelen. Bij ‘onduidelijkheid over de businessactiviteiten’ zal het bijvoorbeeld langer duren, zegt ze. ‘Als de bakker hier in het dorp om een bankrekening vraagt, krijgt hij die sneller omdat je direct weet wat zijn business is’ , verduidelijkt ze. ‘Alternatieve beleggingen vragen om meer expertise om de business te doorzien en beoordelen. Dat kan het verschil tussen een ‘ja’ of een ‘nee’ betekenen.’
Toch stelt Erftemeijer dat mogelijke punten van zorg voornamelijk moeten leiden tot extra navraag bij de fondsbeheerder, en daarmee extra werk in de vorm van het aanleveren van documentatie. Een beheerder bij voorbaat de deur wijzen, zonder zich in de aanvraag te verdiepen, zou volgens haar niet het geval moeten zijn. ‘Er is geen reden om partijen categorisch uit te sluiten; dat willen en kunnen we niet doen.
‘Mag ik alsjeblieft klant worden?’
Wat zeggen de banken zelf? De eerste reactie komt na een maand van Rabobank. ‘We herkennen dit signaal niet’ , zegt een woordvoerder. ‘We krijgen regelmatig verzoeken van light-fondsen en daar staan we ook open voor. Bij de ene partij kost het meer tijd dan de andere, omdat we per geval de risico’s moeten analyseren, maar we gaan altijd in gesprek.’ De woordvoerder kan geen aantallen geopende rekeningen geven, maar nodigt fondsbeheerders die een directe “nee” te horen krijgen, uit om contact op te nemen.
ABN Amro komt na anderhalve maand met een reactie. ‘We vinden het vervelend om te horen dat startende fondsbeheerders moeite ervaren met het openen van een rekening’, reageert de bank bij monde van een woordvoerder. ‘Elke aanvraag van een fondsbeheerder wordt door de bank individueel beoordeeld. Net zoals bij elke klant zal de bank de aanvraag van de fondsbeheerder toetsen aan de acceptatienormen van de bank en vindt in dat kader onder meer een risicobeoordeling van de klant plaats. Op grond van de Wwft en Wft is de bank verplicht om klantonderzoek en een risico-inschatting te doen. Daarnaast wordt de aanvraag ook beoordeeld vanuit beleidsmatige en commerciële overwegingen. Van het categorisch uitsluiten van fondsbeheerders is dan ook geen sprake.’
ING heeft niet gereageerd, ondanks diverse verzoeken.
Blokland
Iemand die al op gesprek is geweest bij verschillende banken, is Jeroen Blokland. Al sinds hij zijn eigen Blokland Smart Multi-Asset Fund ongeveer een jaar geleden begon, probeert hij een rekening te openen in Nederland, tot nu toe zonder succes. Daarom plaatste hij begin december een oproep aan de banken op LinkedIn: ‘Mag ik alsjeblieft klant worden?’
Twee banken reageerden op zijn oproep en boden hem een gesprek aan. Bij de ene bank kreeg hij te horen dat het beleid zou gelden om geen rekeningen openen voor fondsen die (deels) in crypto beleggen, zoals Blokland doet naast kwaliteitsaandelen en goud. De andere bank heeft dit beleid niet, maar daar bevindt Blokland zich nog in de beginfase van het aanvraagproces.
“De juiste” spreken
Het beeld ontstaat dat het blijkbaar nodig is bij veel balies aan te kloppen, en dat het belangrijk is om “de juiste” te treffen bij een bank. En dat het beleid van banken een “nee, tenzij” is.
In de praktijk kiezen light-fondsen vaak voor een plan B: uitwijken naar het buitenland. Straver: ‘Buitenlandse partijen zoals Northern Trust uit Luxemburg en Alpha Group uit het Verenigd Koninkrijk maken het wel mogelijk rekeningen te openen voor light-fondsen. Gelukkig maar, want zonder deze opties was het anders in de afgelopen jaren vrijwel niet mogelijk geweest om een fonds starten in Nederland.’ Deze partijen rekenen hogere kosten voor de extra werkbelasting, ongeveer 3000 euro per jaar, en hebben hiermee een business case gemaakt.
Een bankrekening voor een fonds brengt dan ook meer werk mee, aangezien investeerders in een fonds kunnen in- en uitstappen. Een bank moet daardoor periodiek het register van economische belanghebbenden opvragen en controleren. Straver: ‘Ondanks dat veel fondsen uitsluitend Nederlandse investeerders hebben, met transparante structuren en een duidelijke herkomst van vermogen, lijkt dit extra werk een rol te spelen in de reden waarom banken deze fondsen vaak op voorhand niet accepteren.’
Oproep aan banken
Straver stelt al enige tijd bij Nederlandse banken voor meer moeite te nemen om naar de rekeningaanvragen van light-fondsen te kijken. Banken zouden dan kunnen inzien dat veel van deze fondsen professioneel zijn ingericht en prima inzicht kunnen geven in onderliggende beleggers. ‘Het overgrote deel van de in Nederland gevestigde fondsen maakt bovendien gebruik van gespecialiseerde derde partijen voor de administratie en controle op beleggers.’
Ook Erftemeijer denkt dat er meer duidelijkheid over het onderwerp nodig is, zodat banken beter weten waar ze aan toe zijn en beheerders beter begrijpen welke informatie nodig is om het proces succesvol te doorlopen.
Blokland blijft doorgaan, omdat hij het voor zijn klanten prettiger vindt een Nederlandse rekening via een Nederlandse partij te kunnen gebruiken in plaats van via een buitenlandse. Ook hoopt hij de weg vrij te maken voor andere fondsbeheerders. ‘Dit maakt ondernemerschap in de financiële industrie helemaal kapot.’
De AFM laat in een reactie weten ‘geen standpunt te hebben’ over dit onderwerp. ‘De AFM constateert wel dat het aantal Nederlandse beheerders en fondsen dat actief is onder het AIFMD light regime ook de laatste jaren flink is blijven doorgroeien’, laat een woordvoerder weten per e-mail. ‘Als er op dit gebied inderdaad sprake is van een probleem, lijkt het in ieder geval geen belemmering te zijn om actief te worden onder het light-regime.’